Laattijdige aanrekening van verbruik

In maart 2014 ontvangt de heer M. verbruiksfacturen voor de periode gaande van 5 december 2009 tot 27 oktober 2013, dit voor een bedrag van meer dan 5.199,34 euro. Deze laattijdige facturen berokkenen heel wat financiële schade aan de heer M. en werden niet gerechtvaardigd door de leverancier.

De facturen zouden enkel betrekking mogen hebben op de periode van 2012 tot 2013, aangezien de laatste meteropname dateert van 07/09/2013 en de meteropname daarvoor van 08/08/2012. 

Eingreifen des ombudsmann: 

In eerste instantie erkent de leverancier dat hij zijn algemene voorwaarden niet in acht heeft genomen. Hij stelt echter maar een afbetalingsplan voor bestaande uit achtenveertig maandelijkse schijven (dat de niet-gefactureerde periode dekt), alsook een commerciële geste van 520 euro, ofwel 10% van de betwiste verbruiksfactuur. De leverancier beweert dat de heer M. zijn jaarlijkse facturen niet expliciet zelf heeft opgevraagd. De klager weerlegt deze laatste bewering en weigert het voorstel van de leverancier. 

Na een gesprek met de leverancier stelt deze laatste uiteindelijk voor om een korting van 30% toe te kennen op het verbruik van december 2009 tot augustus 2010, een korting van 20% op het verbruik van augustus 2010 tot september 2011 en een korting van 10% op het verbruik van september 2011 tot september 2013. Dit komt neer op een commerciële geste van 1.695,26 euro inclusief btw. De leverancier stelt eveneens een afbetalingsplan voor bestaande uit maximum achtenveertig maandelijkse schijven om het overblijvende openstaande saldo aan te zuiveren. De klager aanvaardt dit voorstel.