Zonnepanelen en periodieke meteropname na leverancierswissel

De klant heeft zonnepanelen. Hij merkt op zijn eindafrekening dat zijn factuur is opgesplitst in twee verbruiksperiodes, 01/05/2015-20/05/2015 en 20/05/2015-30/04/2016. Op 01/05/2015 werd hij klant bij zijn huidige leverancier en gaf toen meterstanden door. Op 20/05/2015 vond de jaarlijkse meteropname plaats.

In de eerste verbruiksperiode is de dagteller van de klant teruggedraaid tot hij een negatief verbruik van 871 kWh had, van meterstand 52.878 op 01/05/2015 tot meterstand 52.007 op 20/05/2015. Omdat in de tweede verbruiksperiode vertrokken wordt van meterstand 52.007 ‘verliest’ de klant 871 kWh voordeel.

In de verbruiksperiode 20/05/2015-30/04/2016 heeft de klant een verbruik van 818 kWh. Als de verbruiks­periode niet gesplitst zou geweest zijn, zou er een nulverbruik zijn.

De klant dient klacht in bij de Ombudsdienst.

Eingreifen des ombudsmann: 

De Ombudsdienst heeft aan de netbeheerder een aanpassing van de meterstanden gevraagd. In de UMIG (een handleiding waarbij in het berichtenverkeer staat beschreven hoe de leveranciers en netbeheerders met elkaar communiceren) staat immers het volgende: “Een periodieke opname gepland tot 30 kalenderdagen voor een aan­gekondigde wissel en tot 60 kalenderdagen na een wissel, zal niet uitgevoerd worden.”

De netbeheerder heeft de meterstand van 20/05/2015 gecompenseerd door de invoer van een meterstand op 21/05/2015 die gelijk is aan de meterstand van 01/05/2015. Met de meterstand van 20/05/2015 wordt geen rekening meer gehouden.

De leverancier paste hierop de facturatie aan. Het bedrag van 201 euro dat te veel werd betaald door de klant, werd gecrediteerd.