Verbrekingsvergoeding professioneel contract

Een onderneming vecht de boete aan die door leverancier A wordt gevorderd na de ondertekening van een ander contract bij leverancier B. In 2013  tekent de onderneming een indicatieve offerte voor de levering van hoogspanning bij leverancier A voor een periode van 1 januari 2016 tot 31 december 2017. Maar in 2015 tekent zij een contract bij leverancier B voor dezelfde periode. Leverancier A eist een boete van 33.672,13 euro (30.000,00 euro + 3.672,13 euro kosten).

Eingreifen des ombudsmann: 

In dit dossier werd de netbeheerder geïnterpelleerd. Na onderzoek blijkt dat leverancier B de eerste was die een aanvraag deed voor een Supplier Switch (leverancierswissel), namelijk op 24/07/2015. Hij had volgens de netbeheerder dus voorrang.

Op 01/01/2016 was het aansluitingspunt dus bij leverancier B. Leverancier A heeft dus geen enkel recht op dit punt aangezien al zijn aanvragen werden verworpen. Naar aanleiding van deze informatie die door de Ombudsdienst naar hem werd gestuurd, verlaagde leverancier A deze de boete tot 20.000 euro. De onderneming stelde van haar kant voor leverancier A te vergoeden voor een bedrag van 13.672,13 euro (10.000 euro voor het gecontracteerd verlies + 3672,13 euro voor de verbrekingskosten). De leverancier heeft uiteindelijk het voorstel van de onderneming aanvaard, namelijk het bedrag van 13.672,13 euro. De bemiddeling werd afgesloten met dit akkoord.