Sociaal tarief

Mevrouw A. betwist de facturen van haar energieleverancier  omdat het sociaal tarief niet werd toegepast. Zij beschikt over een attest van de FOD Sociale Zekerheid (13 januari 2010) waaruit blijkt dat haar kind een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van 66% heeft (vanaf 1 juni 2006 en voor onbepaalde duur).

Eingreifen des ombudsmann: 

De leverancier stemde ermee in de facturen van deze klant te verbeteren, maar alleen voor het jaar van uitgifte van het attest, d.i. vanaf januari 2010.

De programmawet van 27 april 2007 bepaalt echter onder meer in artikel 4,1° dat kinderen met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 % en die recht hebben op een bijkomende kinderbijslag, beschouwd worden als beschermde residentiële afnemers voor de automatische toepassing van de sociale maximumprijzen voor levering van elektriciteit en aardgas. Deze regeling is van toepassing vanaf 1 juli 2009 (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie - Belgisch Staatsblad van 1 juli 2009).

Bijgevolg stemde de energieleverancier ermee in de factuur te verbeteren met als startpunt 1 juli 2009, daar het sociaal tarief voor kinderen met ten minste 66% ongeschiktheid slechts is voorzien  vanaf 1 juli 2009.