Sociaal tarief en beschermde klant in Vlaanderen

De heer D. stuurt naar zijn energieleverancier een attest dat het recht op sociaal tarief staaft. Het attest staat op naam van zijn vader, die van een gehandicaptenuitkering geniet, terwijl de heer D. zelf het energieleveringscontract heeft afgesloten.

Het energiebedrijf bevestigt per brief de ontvangst van het bericht dat de heer D. vanaf het volgende jaar het “statuut van beschermde klant” geniet. Maar het bedrijf laat ook weten dat het de voordelen van de sociale maximumprijs niet kan bieden en dat het leveringscontract “binnenkort automatisch wordt stopgezet”.

De heer D. weet door deze brief helemaal niet meer waar hij aan toe is en dient, na vruchteloos contact met de leverancier, bij de Ombudsdienst klacht in.

Intervention du médiateur: 

De Ombudsdienst verduidelijkt aan de heer D. dat in de Vlaamse gewestelijke energiewetgeving de term “beschermde huishoudelijke afnemer” sedert een aantal jaren synoniem is voor rechthebbende op het sociaal tarief. Tevens wordt onderstreept dat alle energieleveranciers verplicht zijn om het sociaal tarief toe te passen bij degenen die aan de voorwaarden beantwoorden. Vooral op dat punt heeft de brief het dus mis.

Het blijkt te gaan om een kangoeroewoning, die gedeeld wordt met de ouders. De gehandicaptenuitkering van de vader geeft de heer D. toegang tot het sociaal tarief. Door de specifieke woonsituatie waren de gegevens van de energieklant niet gekoppeld aan die van de rechthebbende.

Na de behandeling van de klacht paste de leverancier het sociaal tarief toe conform het attest dat daartoe werd ingediend.