Invordering energieschulden

Mevrouw D. ontvangt in 2015 een aanmaningsbrief van een incassokantoor. Tot haar verbazing gaat het om facturen die dateren van 2012 en afkomstig zijn van een leverancier waarvan zij inmiddels geen klant meer is. Naar haar mening waren alle facturen op het moment van haar leverancierswissel aangezuiverd en om die reden dient mevrouw D. klacht in.

In antwoord op de klacht licht de leverancier in eerste instantie toe dat het gaat om een aantal facturen waarvan de inning in 2012 werd toevertrouwd aan een incassokantoor. Die bedragen werden destijds grotendeels aangezuiverd, met echter een resterend openstaand saldo van 811,14 euro.

Intervention du médiateur: 

In gevallen als deze dient te worden onderzocht of de betrokken schuldvorderingen al dan niet verjaard zijn. De verjaringstermijn voor schuldvorderingen voortvloeiend uit de levering van energie bedraagt vijf jaar, maar men moet er rekening mee houden dat zich tijdens de loop van die termijn gebeurtenissen kunnen voordoen die de verjaring stuiten. Stuiting heeft voor gevolg dat de lopende verjaringstermijn wordt afgebroken en na die gebeurtenis van vooraf (vanaf nul) opnieuw begint te lopen.

Nu heeft mevrouw D. verscheidene gedeeltelijke betalingen verricht en er wordt aangenomen dat een betaling in regel een erkenning van schuld is die de verjaringstermijn stuit. Uit het rekeningoverzicht kunnen wij opmaken dat de laatste betaling op 17 september 2012 plaatsvond (in handen van het incassokantoor). Door de werking van de stuiting begint vanaf de daaropvolgende dag een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaren te lopen, waarvan de laatste dag 18 september 2017 is.

Mevrouw D. heeft de klacht op 25 september 2017
ingediend en stuurde bijkomende informatie
op 16 oktober 2017. Op deze data waren de betrokken schuldvorderingen reeds verjaard.

De Ombudsdienst voor Energie is een “gekwalificeerde entiteit”, wat krachtens de wet voor gevolg heeft dat bij ontvangst van de volledige aanvraag (in casu 16 oktober 2017) de lopende verjaringstermijn wordt geschorst. Die schorsende werking heeft in dit geval dus geen effect meer.

De Ombudsdienst deelde die vaststelling aan de energieleverancier mede, die daarop het incassokantoor de instructie gaf de invordering te staken.