Verkoopspraktijken

Op 26 februari 2014 wordt mevrouw P. geconfronteerd met een deur-aan-deurverkoop door een vertegenwoordiger van een energieleverancier. De vertegenwoordiger geeft niet voldoende informatie aan mevrouw en deze merkt pas achteraf dat men haar een energiecontract heeft doen ondertekenen. Mevrouw betwist dit eerst telefonisch bij de vertegenwoordiger, die haar erop wijst dat ze 14 dagen de tijd heeft om van haar contract af te zien.

Op 5 maart 2014 ontvangt mevrouw P. een kopie van het energiecontract waarop als begindatum 26 februari 2014 vermeld staat. Mevrouw P. laat per e-mail van zich horen en richt zich tot de vertegenwoordiger op 9, 13 en 17 maart 2014.

Mevrouw wendt zich dan uiteindelijk tot haar energieleverancier die haar meedeelt dat de procedure wel degelijk is opgestart door de nieuwe energieleverancier. Mevrouw betwist dit en wenst terug te keren naar de vorige situatie.

Intervention du médiateur: 

De energieleverancier van mevrouw P. meldt aan de Ombudsdienst dat de nieuwe leverancier op 20 maart 2014 wel degelijk een annuleringsverzoek gestuurd heeft. Mevrouw blijft dus wel degelijk klant bij haar huidige leverancier onder dezelfde voorwaarden als voordien. De ongewenste leverancier bevestigt dat het betwiste contract geannuleerd werd.