Armoedebestrijding

Energie als (precair) basisrecht voor mensen in armoede

 

Facturen voor elektriciteit en aardgas wegen sterk door op het budget van de gezinnen.  Bovendien gaat het om uitgaven die, net zoals huisvestingskosten, gezondheidsuitgaven, enzovoort, tot de basisuitgaven van het gezin behoren.

 

De toegang tot energievoorziening wordt vandaag dan ook algemeen beschouwd als een voorwaarde om een menswaardig bestaan te leiden.  De mate waarin mensen daarvan verstoken blijven (wanneer zij bijvoorbeeld moeilijkheden hebben om zich naar behoren te verwarmen), wordt door armenorganisaties, hulpverleners en deskundigen bestempeld als een inbreuk op de sociale grondrechten.

 

Bovendien blijkt het aandeel van de energiekosten in het gezinsbudget groter te zijn bij gezinnen met een lager inkomen.  Hoge energiefacturen brengen voor de meest kwetsbare mensen dan ook meer risico met zich om in de problemen te geraken, terwijl omgekeerd een verergering van de financiële situatie van het gezin al snel ook het basisrecht op energie in het gedrang kan brengen.

 

 

De Ombudsdienst voor Energie en de strijd tegen (energie-)armoede

 

Aan de Ombudsdienst voor Energie is een algemene rol toebedeeld inzake de behandeling van klachten, ongeacht van welke energieklanten die uitgaan.  Niettemin legt de dienst reeds van bij zijn aanvang bijzondere aandacht aan de dag voor de armoedeproblematiek in het algemeen en energiearmoede in het bijzonder.  Er is voor de dienst ook een rol weggelegd in het armoedebeleid.

 

Zo beschouwde de overleggroep over energie die werd opgestart door het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting een effectief werkende ombudsdienst, die toen nog in oprichting was, als een prioriteit (zie aanbeveling 6.4.4 van het Verslag armoedebestrijding 2008-2009 van het Steunpunt, Deel 1, “Een bijdrage aan politiek debat en politieke actie »).

De overleggroep bracht in dat verband vooral volgende aandachtspunten naar voor:

 

  • een bekendmaking langs verschillende kanalen, aangepast aan de verschillende bevolkingsgroepen;
  • een eenvoudige en flexibele procedure inzake indiening van klachten;
  • de mogelijkheid tot het zich laten ondersteunen door een organisatie of een persoon naar eigen keuze;
  • behandeling van alle vragen, ongeacht het bevoegdheidsniveau;
  • behandeling van de vraag hoe een verhuis verloopt naar een ander gewest.
     

De Ombudsdienst spant zich in om deze aandachtspunten ter harte te nemen.

                                  

 

Armoedeproblematiek en klachtenbehandeling

 

Bij de behandeling van klachten, die uiteraard de kerntaak van de Ombudsdienst voor Energie uitmaakt, komen niet zelden problemen aan het licht die met de armoedeproblematiek verband houden.  We geven hierna slechts enkele, veelvuldig  aan bod komende knelpunten.

 

Agressieve verkoopmethoden

  

Mensen in een sociaal zwakke positie zijn vaak ook kwetsbaar tegenover agressieve verkoopmethoden  Eerder al werden akkoorden gesloten met de energieleveranciers om bepaalde praktijken in het kader van een verkoop op afstand of deur-aan-deurverkoop aan banden te leggen.

 

Die gedragscodes verhinderen echter niet dat laakbare verkoopmethoden nog steeds en al te dikwijls voorkomen.  Vooral inzake de deur-aan-deurverkoop neemt de Ombudsdienst regelmatig kennis van praktijken die vooral de zwaksten in de samenleving treffen.  Om die reden pleit de Ombudsdienst voor een verbod van de verkoop van energieleveringscontracten aan de deur (zie punt 5 van het memorandum van de Ombudsdienst http://www.ombudsmanenergie.be/images/PDF/Advies%2014.007%20van%2024%20november%202014%20over%20het%20memorandum%20van%20de%20Ombudsdienst%20voor%20Energie.pdf).

 

 

De betaalbaarheid van de energie - het sociaal tarief

In de mate dat hoge energiefacturen ertoe kunnen bijdragen dat financieel zwakke energieklanten in moeilijkheden verzeild geraken, vervult het sociaal tarief voor elektriciteit en aardgas een preventief instrument inzake armoede.  Energieleveranciers zijn verplicht dit voordelige tarief toe te passen voor residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie.

 

Beperkt toepassingsgebied

 

De toepassing van het sociaal tarief is voorbehouden aan voor gezinnen waarvan een lid recht heeft op bepaalde sociale uitkeringen of tegemoetkomingen, die in een beperkte, wettelijk vastgestelde lijst worden opgesomd.  Het gaat om federale wetgeving,  maar zowel het Waalse Gewest als het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voorzien in een uitgebreide toepassing van het sociaal tarief voor nog andere categorieën van personen.

 

De Ombudsdienst heeft vastgesteld dat mensen vaak niet in aanmerking blijken te komen voor het sociaal tarief, terwijl zij nochtans in een even behartigenswaardige situatie verkeren.  Wij pleiten dan ook voor een uitbreiding van het toepassingsgebied van dit recht (zie punt 1 van het memorandum van de Ombudsdienst http://www.ombudsmanenergie.be/images/PDF/Advies%2014.007%20van%2024%20november%202014%20over%20het%20memorandum%20van%20de%20Ombudsdienst%20voor%20Energie.pdf).

 

De automatische toekenning

 

Tot voor een aantal jaren werd de toegang tot het sociaal tarief fel bemoeilijkt doordat de personen voor wie dit recht bestemd is zich daarover dienden te informeren en aan de leverancier een attest moesten bezorgen.

 

Mede op vraag van diverse organisaties die bij de armoedeproblematiek zijn betrokken werd aan dit euvel verholpen.  Sedert juli 2009 wordt de sociale maximumprijs in principe automatisch toegekend.

 

Echter, niet in alle gevallen verloopt die automatische toekenning van een leien dakje en de praktische organisatie ervan kan wel eens nare gevolgen voor diegenen voor wie het recht bestemd is.  Een deel van de klachten die bij de Ombudsdienst terecht komen hebben dan ook met het sociaal tarief te maken.  We geven bij wijze van voorbeeld twee vaak voorkomende situaties.

 

  • Vooral wanneer zich een lang aanslepende betwisting heeft voorgedaan met betrekking tot de vraag of iemand gerechtigd is op een bepaalde tegemoetkoming, kan het voorkomen dat uiteindelijk een beslissing wordt genomen (door een administratie of rechtbank) waarbij die tegemoetkoming wordt toegekend vanaf een bepaalde datum in het verleden.

    Vele klachten hebben betrekking op de praktijk waarbij wel de tegemoetkoming met terugwerkende kracht wordt toegepast, maar dat voor de toegang tot het sociaal tarief voor energie slechts de datum van de beslissing (door die administratie of rechtbank) in aanmerking wordt genomen.   Gevolg is dat mensen de toepassing van het sociaal tarief ontzegd wordt voor perioden in het verleden waarin zij in principe wel in aanmerking moeten komen.

 

De Ombudsdienst is van mening dat het sociaal tarief moet worden toegepast niet vanaf de beslissing die uitsluitsel gaf over die betwisting, maar vanaf de dag dat de klant recht had op het sociaal voordeel dat toegang geeft tot het sociaal tarief.

 

  • Een bijzonder probleem stelt zich wanneer het sociaal tarief werd toegepast, maar waarbij achteraf blijkt dat de klant niet meer tot één van de sociale categorieën behoort die daarop betrekking hebben.  Het komt voor dat leveranciers in zulk geval een rechtzetting willen doorvoeren aan een hoger commercieel tarief, wat een meeruitgave voor gevolg heeft die bovenop de lopende uitgaven voor energie komt.

 

 

De procedures bij wanbetaling

 

Een belangrijk knipperlicht voor mogelijke financiële problemen bij energieklanten en eventuele armoedesituaties, zijn uiteraard de situaties waarbij facturen regelmatig en langdurig onbetaald blijven.  De gewestelijke overheden, die in ons land hiervoor bevoegd zijn, voorzien allen in uitgebreide reglementeringen en procedures bij wanbetaling (zoals bijvoorbeeld de mogelijkheden tot opzegging of opschorting van de leveringscontracten, de eventuele levering van energie door distributienetbeheerders, het al of niet toepassen van budgetmeters, een minimumlevering, de gevallen waarin de levering van enregie kan worden afgesloten,…).

 

Voor de Ombudsdienst, die een federale dienst is, wordt in geen van die procedures enige rol voorzien. Dit neemt niet weg dat de Ombudsdienst vaak klachten ontvangt van mensen die in dergelijke procedure betrokken zijn.  De Ombudsdienst gaat in dergelijke gevallen na of de energiebedrijven (leveranciers en/of distributienetbeheerders) de verschillende gewestelijke regelingen op het vlak van sociale openbare dienstverplichtingen hebben opgevolgd.

 

Deelname van de Ombudsdienst aan overleg en onderzoeken inzake armoede

Op Europees vlak:

 

 

Op federaal vlak :

 

  • Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.

 

Het gaat om een interfederale instelling die werd opgericht door een samenwerkingsakkoord tussen de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten met het doel om  het armoedebeleid van deze overheden te bestendigen.  Het samenwerkingsakkoord kent aan het Steunpunt opdrachten toe op het vlak van informatie, formulering van aanbevelingen en beleidsvoorstellen, adviezen en interimverslagen, het organiseren van structureel overleg met de armsten.

 

Een centrale opdracht voor de werking van het Steunpunt bestaat in een tweejaarlijkse verslaggeving.

 

Reeds van bij de start van de Ombudsdienst voor Energie was de Nederlandstalige Ombudsman voor energie betrokken bij de opmaak van het Verslag Armoedebestrijding 2008-2009 dat op 15 december 2009 aan de pers werd voorgesteld.
 

Het eerstvolgende "Verslag over Bestaansonzekerheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en Ongelijke Toegang tot de Rechten" is voorzien tegen het einde van 2015 en zal onder meer een aantal thema’s inzake publieke diensten bevatten, waaronder ook de toegang tot energie en water.

 

In het “Overleg Publieke Diensten – Energie en water” participeren onder meer verenigingen waar armen het woord nemen, OCMW’s, vertegenwoordigers uit de energiesector, academici, …  Ook de Ombudsdienst voor Energie levert een bijdrage aan deze werking.

 

 

  • Het “2Genders”-onderzoek over energie en armoede
     

De Ombudsdienst voor Energie participeert in de stuurgroep van dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd door Université catholique de Louvain, Universiteit Antwerpen, Université de Mons en Uninversity of Bermingham, in opdracht van Belspo (POD Wetenschapsbeleid).

2Genders, waarvan de volledige titel luidt “Generation and Gender ENergy DEprivation: Realities and Social policies”, is een onderzoek naar energiearmoede.  Vertrekkend vanuit een precieze omschrijving van deze vorm van armoede beoogt het onderzoek de mensen in energiearmoede te identicieren: over wie gaat het, over hoeveel mensen, …  en worden ook verbanden gelegd met andere vormen van kwetsbaarheid.  De onderzoeker beogen de  onderzoeksgegevens ook af te toetsen aan de vereisten inzake rechtvaardigheid op het vlak van energie en de wens voor meer cohesie in de samenleving.  Op dat vlak zal overigens een vergelijking met de situatie in het Verenigd Koninkrijk worden gemaakt.

Als belangrijk resultaat van dit onderzoek zullen dan ook beleidsaanbevelingen worden geformuleerd die ook aan de stuurgroep worden voorgelegd.  Behoudens een onderzoeksrapport en wetenschappelijke publicaties met betrekking tot de onderzoeksresultaten wordt ook trainingspakket voor maatschappelijk werkers in het vooruitzicht gesteld.

 

 

Op gewestelijk vlak :

 

  • Werkgroep “Energie & Armoede” van Eandis (Vlaams Gewest)

    Als werkmaatschappij van distributienetbeheerders is Eandis zeer sterk betrokken bij de rol van sociale leverancier die dezen toebedeeld hebben gekregen.  We denken hierbij vooral aan de opvang van mensen met betalingsachterstallen, de plaatsing van budgetmeters, de werking van de lokale adviescommissies (LAC’s).

    Ingevolge het sterk toegenomen belang van de dienst “Sociale Openbaredienstverplichtingen” en de wens om de medewerkers van die dienst te ondersteunen, richtte Eandis de werkgroep  “Energie & Armoede” op .  In die werkgroep participeren onder meer Infrax, een aantal OCMW’s en CAW’s, project Energie en Armoede, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, VREG, Vlaams Energieagentschap, VVSG, academici,..  Ook de Ombudsdienst voor Energie verleent hieraan medewerking.

 

Het doel van deze werkgroep bestaat erin elkaars werkwereld te leren kennen, verwachtingen ten aanzien van Eandis en van elkaar te formuleren en de afspraken met elkaar te verbeteren.

 

Jaarlijks wordt op een bijeenkomst van de werkgroep het activiteitenverslag van  van de Ombudsdienst werd voorgesteld.

 

·         Permanente groep ‘Réseau de vigilance du contentieux en matière d’énergie’ (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

 

Réseau de vigilance du contentieux en matière d’énergie  is een plaats waar maatschappelijk werkers uit verschillende welzijnssectoren in Brussel elkaar ontmoeten, opleidingen  volgen, van gedachten wisselen en met elkaar overleggen over de problematiek inzake de toegang tot energie. Het netwerk werd opgericht in 1983 in het kader van de toegang tot energie voor kansarme burgers.

 

Het netwerk is dus een plaats waar mensen die eenzelfde beroep uitoefenen en die werkzaam zijn bij OCMW’s, sociale verenigingen, schuldbemiddelingsdiensten, diensten die actief zijn op het vlak van huisvesting en de informatiedienst Infor GasElec, gedachten en informatie kunnen uitwisselen over de (actualisering) van sociale praktijken inzake energie.

 

Het netwerk organiseert ontmoetingen op vrijwillige basis tijdens de werkuren voor maatschappelijk werkers en behandelt hoofdzakelijk de kwesties inzake de beschermingsmechanismen voor de consument en de sociale problematiek van het recht op energie voor alle Brusselaars, met inbegrip van de kansarme burgers.

 

De bijeenkomsten vinden eenmaal per maand plaats, dit in de namiddag van 14.30 uur tot 16.30 uur.

 

Er wordt gesproken over de reglementeringen rond gas en elektriciteit, en over de praktijken op het terrein, waarbij men vooral de nadruk legt op de samenwerking tussen de private en de openbare sector voor de behandeling van de individuele dossiers overeenkomstig de procedures van de wetgeving van het gewest zelf.

 

Op gezette tijden vinden ontmoetingen plaats met de Brusselse regulator Brugel.

Dit zijn de thema’s van het programma 2015-2016:

  • Studie over de bescherming van de consument
  • De verjaringstermijnen
  • Beoordeling van de ordonnantie op basis van het verslag van Infor GasElec
  • Energieschulden en de verschillende oplossingen
  • Uitwisseling van  goede praktijken om te weten
  • Technisch reglement van Sibelga
  • De geschillen: welke beroepsmogelijkheden zijn er in het geval van een geschil? Wat zijn de termijnen, de kosten, de onderwerpen van de geschillen ?
  • De slimme meters

 

De Ombudsdienst neem regelmatig deel aan de vergaderingen van het netwerk.