Rechtzetting metergegevens

In 2013 ontvangt de heer J. facturen voor zijn bvba voor reeds gefactureerde en betaalde periodes gaande van 2007 tot 2012, dit voor een bedrag van meer dan 30.000 euro.

Intervention du médiateur: 

Na onderzoek blijkt dat de distributienetbeheerder (DNB) een rechtzetting heeft doorgevoerd wegens zogenaamde 'kwade trouw'. Echter werd het merendeel van de meterstanden opgenomen door een agent van de DNB. De DNB erkent een fout te hebben begaan door bij de validering van de gegevens een decimaal verkeerd te hebben geïnterpreteerd. Daarom lag het aan de klant gefactureerde verbruik tienmaal lager dan het werkelijke verbruik. 

De Ombudsdienst heeft aan de DNB meegedeeld dat de klager er zelf op heeft gewezen dat deze meterstanden niet door hem werden opgenomen en dat hij met deze meterstanden dus geenszins heeft geknoeid. Echter weigert de DNB zijn standpunt te herzien. De Ombudsdienst raadpleegt daarom de Brusselse energieregulator Brugel. 

Brugel meent dat, op basis van de verbruikshistoriek van de bvba (vóór de rechtzetting), de klager geen rekening diende te houden met het feit dat het aan hem door zijn leverancier aangerekende verbruik te laag geschat was. Al zijn meterstanden, buiten die van 2004, 2008 en 2009, werden, sinds zijn intrede in het pand, immers opgenomen door het meterbedrijf. Bijgevolg is de Ombudsdienst van mening dat, in toepassing van artikel 245 van het Technische Elektriciteitsreglement, het principe van kwade trouw niet van toepassing is. Daaruit volgt dat de periode van rechtzetting van de metergegevens beperkt is tot twee jaar.

Daarom heeft de betrokken energieleverancier de facturen voor de periode van 2007 tot 2010 geannuleerd, dit voor een totaal van 14.379,34 euro.

De leverancier heeft eveneens een afbetalingsplan toegekend bestaande uit vierentwintig maandelijkse schijven om het overblijvende openstaande saldo aan te zuiveren.