Gegeven met toepassing van artikel 27,§1, tweede lid, 4°, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
20 oktober 2009
I. Inleiding
De werking van de ombudsdienst is geregeld bij KB van 18 januari 2008 (BS 12 februari 2008). In artikel 1, 2° van dit KB wordt verwezen naar de definitie van ombudsdienst bedoeld in artikel 27 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna elektriciteitswet).
Dit artikel 27 bepaalt in het bijzonder dat:
- - “de ombudsdienst voor energie handelt als college. Niettemin mogen de leden elkaar onderling delegaties verlenen via een collegiale beslissing, goedgekeurd door de Minister” – art. 27, §3, vijfde lid, elektriciteitswet;
- - “de leden van de ombudsdienst voor energie stellen gezamenlijk een huishoudelijk reglement op dat aan de goedkeuring van de Minister is onderworpen” – art. 27, §6, tweede lid, elektriciteitswet;
- - “ het bedrag van de werkingskosten van de ombudsdienst voor energie wordt jaarlijks bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, op basis van een begrotingsvoorstel opgesteld door de leden van de ombudsdienst voor energie.” – art. 27, §7, elektriciteitswet.
Zolang er geen ombudsman energie van de Franstalige taalrol is aangeduid, stellen zich inzake de oprichting en de werking van de ombudsdienst de volgende juridische en feitelijke vragen waaromtrent een beslissing zich zo vlug mogelijk opdringt.
Tot op heden zijn reeds de volgende verrichtingen gedaan met het oog op de daadwerkelijke oprichting van de ombudsdienst:
- - opening van een postchequerekening met als (voorlopig) enige lastgever en volmachthouder de Nederlandstalige ombudsman voor energie;
- - storting van de CREG-reserve van 832.054 euro op de voormelde postrekening;
- - onderverhuring van bureelruimte en aankoop/renting burelen op de 7de verdieping van de Koningsstraat 47 te 1000 Brussel;
- - aanvraag en toekenning van een ondernemingsnummer via een ondernemingsloket;
- - ontwerp van protocol met FEDICT mbt infrastructuur ICT;
- - protocol van het CDVU voor de uitbetaling van de wedden en toelagen;
- - contactname met SELOR voor aanwerving van personeel;
- - ontwikkeling van infrastructuur voor telefonie, een website/logo, helpdesk;
- - aankoop bureaumateriaal ;
- - ….
2) werking van de ombudsdienst:
- - opstellen huishoudelijk reglement;
- - regeling met gewestelijke ombudsdienst/regulatoren/administraties te verwerken in het voormelde huishoudelijk reglement;
- - afsluiten samenwerkingsverbanden of protocollen met leveranciers, regulatoren, transport en/of distributienetbeheerders, betrokken administraties DG Controle en Bemiddeling en DG Energie;
- - indiening begroting via voorstel dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Ministerraad;
- - opstellen jaarlijks verslag, voorlegging rekeningen aan het Rekenhof, adviesverlening, ...
- De vragen die zich dus stellen betreffen zowel de feitelijke oprichting, organisatie en werking van de dienst alsmede de juridische, contractuele, financiële en budgettaire beslissingen die de ombudsdienst dient te nemen.
II Onderzoek en advies in afwachting van een Franstalige ombudsman voor energie:
1) onderzoek van de problematiek
Gelet op de voormelde wettelijke en reglementaire bepalingen en de benoeming van de Nederlandstalige ombudsman energie vanaf 1 september ’09 (KB 15 juni 2009 – BS 1 juli 2009) is een federale ombudsdienst energie of althans de oprichting ervan een verworvenheid binnen de openbare dienstverlening.
Vanuit het administratief rechterlijk principe van continuïteit van de openbare dienstverlening kan er worden van uitgegaan dat ook de werking van deze ombudsdienst geen problemen kan opleveren behoudens een aantal wettelijke beperkingen die ab initio van deze nota zijn opgesomd zoals vereisten van collegiale beslissingen, gezamenlijke opstelling van een huishoudelijk reglement en begrotingsvoorstel.
Gelet op het voorgaande lijkt de verdere oprichting en feitelijke organisatie van de ombudsdienst geen onoverkomelijk probleem zodat overheidsopdrachten verder kunnen gelanceerd en toegewezen worden, contracten kunnen afgesloten worden, enz. Het ter beschikking gestelde geldbedrag op de postchequerekening dient immers ondermeer voor deze investerings- en werkingsuitgaven.
Met betrekking tot de aanwerving van personeel voor de behoeften inzake secretariaat, ondersteunende diensten (ICT, personeelsbeheer, interne en externe communicatie), frontoffice (eerste lijnsvragen en beoordeling ontvankelijkheid van klachten) en backoffice (klachtenbeheer en -handeling) stellen zich wel een aantal vragen die gelinkt zijn aan een gebrek aan huishoudelijk reglement en/of begroting (zie hierna).
Mbt de dagelijkse werking en opdracht van de ombudsdienst stellen er zich een aantal problemen. Aangezien de ombudsdienst optreedt als een college en de ombudsmannen gezamenlijk een huishoudelijk reglement opstellen, lijkt de uitwerking van de dienst klachtenbeheer en behandeling van Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige klachten niet evident. Een aantal vragen dringen zich op zolang er geen Franstalige ombudsman benoemd is.
Kan de Nederlandstalige ombudsman de ombudsdienst formeel verbinden inzake:
- - Behandeling van klachten, dan wel Nederlandstalige en/ of Franstalige en/of Duitstalige klachten;
- - afspraken met de verschillende operatoren (leveranciers, netbeheerders, regulatoren, administraties, …);
- - afspraken met de gewestelijke overheden;
- - aanbevelingen indien een bemiddelingspoging niet gelukt is;
- - indienen van een begrotingsvoorstel, enz ?
Ten einde beslissingen in het kader van de opdracht van een bemiddelingsdienst niet het voorwerp te laten worden van een administratief of rechterlijk beroep en de werking van de ombudsdienst niet te hypothekeren is het aangewezen om hier het voorzichtigheidsprincipe te hanteren.
Voor een dringende en daadwerkelijke inwerkingtreding van de ombudsdienst naar oprichting, organisatie en werking toe, is de nodige rechtszekerheid vereist zolang dat de ombudsman voor energie van de Franstalige taalrol niet is benoemd of dat een van de ombudsmannen in tijdelijke afwezigheid of onmogelijkheid om te functioneren, verkeert.
Daarom wordt een voorontwerp van wet met toelichting toegezonden aan de Minister bevoegd voor Energie waarbij de heer Minister wordt verzocht om bijgaand voorstel van voorontwerp te laten onderzoeken en, in voorkomend geval, te laten opnemen in het eerstvolgende voorontwerp van wet houdende dringende diverse bepalingen.
Deze bepalingen zijn noodzakelijk om ten laatste vanaf 1 januari 2010 de juridische basis voor de oprichting en de werking van de ombudsdienst voor energie te verzekeren.