Een klant wordt telefonisch gecontacteerd door een vertegenwoordiger van een leverancier. De klant stemt ermee in dat de vertegenwoordiger een voorstel per e-mail overmaakt waarop ze dan nog zelf kan beslissen of ze ingaat op het voorstel of niet.
De klant klikt in de e-mail op de hyperlink om de contractgegevens te bekijken en besluit om niet in te gaan op dit voorstel. Ze ontvangt echter vrijwel meteen een e-mail waarin haar contractaanvraag wordt bevestigd.
De klant betwist een contract te hebben bevestigd en dient een klacht in bij de Ombudsdienst.
De leverancier deelt mee dat de klant op de hyperlink “ja, ik word nu klant” heeft geklikt en is van mening dat het contract rechtmatig tot stand is gekomen.
Aangezien de klant ten stelligste betwist op deze link te hebben geklikt, heeft de Ombudsdienst de leverancier verwezen naar afdeling 3, artikel 62 van boek VI van het Wetboek van economisch recht, dat het volgende bepaalt:
Het komt aan de onderneming toe het bewijs te leveren dat ze heeft voldaan aan de verplichtingen inzake de informatie aan de consument, de naleving van de termijnen, de toestemming van de consument met het sluiten van de overeenkomst en, desgevallend, met de uitvoering ervan gedurende de herroepingstermijn.
Het feit alleen dat er automatisch door de leverancier een bevestigingsmail verstuurd wordt, toont niet noodzakelijk aan dat de klant zijn toestemming heeft gegeven voor het sluiten van de overeenkomst. Aangezien de leverancier geen bewijsdocumenten kan voorleggen die aantonen dat de consument het contract aanvaardt, heeft de Ombudsdienst verzocht om het contract te annuleren en de bijhorende facturatie te crediteren.