De woning van een klant werd verkocht op 17/11/2016. Op de slotfactuur die hij van zijn leverancier ontvangt, stelt hij vast dat er hem een vaste vergoeding wordt aangerekend van 69,95 euro voor elektriciteit en 59,96 euro voor aardgas voor de periode van 01/10/2016 tot 01/10/2017.
De klant betwist deze vaste vergoedingen gezien hij slechts klant is gebleven tot 17/11/2016.
Hij dient een klacht in bij de Ombudsdienst aangezien de leverancier niet bereid is om de vaste vergoedingen pro rata temporis aan te rekenen.
Of het aanrekenen van de vaste vergoeding bij de beëindiging van een energiecontract wettelijk mag, staat sowieso ter discussie. Los daarvan heeft de Ombudsdienst aan de leverancier de vraag gesteld hoe de klant de aangerekende kost van de vaste vergoeding had kunnen vermijden. Consumenten kunnen bij de verkoop/verhuis de verhuisdatum niet altijd kiezen in functie van de looptijd van hun energiecontract.
Op basis hiervan was de leverancier bereid om tegemoet te komen aan de klacht en werden de vaste vergoedingen ten bedrage van 129,91 euro gecrediteerd.