Precontracuele informatie

Een klant krijgt bezoek van een deur-aan-deurverkoper. De vertegenwoordiger heeft aan de hand van de afrekeningen van de klant een berekening gemaakt van wat zijn voordeel zou bedragen indien hij de overstap zou maken en de klant besluit om in te gaan op dit voorstel.

Als hij de tussentijdse facturen van zijn nieuwe leverancier ontvangt, stelt hij vast dat er een ander tariefnaam vermeld staat dan hem werd voorgesteld door de vertegenwoordiger. Hij heeft namelijk een contract getekend met het tarief ‘Care’ terwijl op de tussentijdse facturen ‘Variabel groen care’ staat vermeld.

De klant neemt contact op met de leverancier maar krijgt geen eenduidig antwoord. Hij vraagt eveneens een kopie op van zijn contract en bijhorende tariefkaart en stelt hierop vast dat de tarieven ook verschillen van diegene die de vertegenwoordiger op een kladpapier heeft genoteerd.

De klant is niet tevreden en dient een klacht in bij de Ombudsdienst. 

Interventie van de ombudsman: 

De leverancier deelt aan de Ombudsdienst mee dat zij geen ander tarief in hun aanbod hebben met het woord ‘care’ in vermeld. De tariefkaart van de leverancier is volgens hun dan ook de enige tariefkaart die gehanteerd kan worden bij de facturatie. De leverancier deelt tevens mee dat het contract niet geannuleerd zal worden omdat de klant “wel de intentie had om klant te worden bij hen.”

De Ombudsdienst heeft de leverancier erop gewezen dat de klant enkel de intentie had om klant te worden omdat er hem voordelige tarieven werden voorgelegd door de vertegenwoordiger. Indien deze tarieven hem niet zouden aangeboden zijn geweest, had de klant misschien niet de intentie om over te stappen. 

Op basis hiervan is de leverancier bereid gevonden om de klant het verschil terug te betalen tussen de tarieven die vermeld staan op de tariefkaart en de tarieven die werden voorgesteld door de vertegenwoordiger.