Verjaringstermijn

Een klager kreeg op 13 februari 2012 een brief van een incassobureau in opdracht van de  distributienetbeheerder.

Het ging om een vordering tot betaling van facturen voor aardgas en elektriciteit voor de periode van 19 juli 2005 tot en met 14 mei 2007.

De klager gaf te kennen dat hij sinds maart 2005 niet meer woonde op het adres waarvoor het energieverbruik werd aangerekend. De netbeheerder antwoordde dat hij in deze periode geen verhuisbericht had ontvangen. De leverancier had daarom op 19 juli 2005 het leveringscontract eenzijdig opgezegd, zoals voorzien in de sociale openbare dienstverplichtingen die de Vlaamse overheid oplegt aan leveranciers en netbeheerders. Hierdoor werd het toegangspunt ondergebracht bij de sociale leverancier  en distributienetbeheerder.

Interventie van de ombudsman: 

Uit de stukken in het dossier kon de Ombudsdienst afleiden dat dit de eerste maal was dat de betrokken factuur werd aangeboden aan de klager. Op basis van de vijfjarige verjaringstermijn zoals bepaald in artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek maande de Ombudsdienst de netbeheerder dan ook aan om de factuur te annuleren.

De netbeheerder gaf hieraan een positief gevolg.