Laattijdige overname door leverancier

Een klant tekent een contract bij een leverancier. Op de vraag naar de datum waarop ze wenst over te stappen, vult ze 01/01/2017 in.

De leverancier stuurt vervolgens een bevestigingsbrief van het contract waarop als wisseldatum 01/02/2017 vermeld staat. De leverancier voert de wissel eveneens uit op deze datum.

De klant gaat hier niet mee akkoord aangezien ze hierdoor een maand langer aan duurdere tarieven van haar vorige leverancier gebonden was. De leverancier wil niet tegemoetkomen aan haar klacht, en daarom dient ze de klacht bij de Ombudsdienst.

Interventie van de ombudsman: 

De leverancier deelde aan de Ombudsdienst mee dat hij als nieuwe leverancier alle maatregelen neemt om een overschakeling correct te laten verlopen, o.a. door mystery switches (onterechte overnames) zoveel mogelijk te vermijden (hetgeen bij een groepsaankoop nog meer van tel is gelet op de hoeveelheid nieuwe klanten).

De leverancier liet ook nog weten dat aan een nieuwe klant eerst wordt meegedeeld wat de verwachte startdatum is om daarna de effectieve startdatum te bevestigen. De datum die werd overeengekomen tussen partijen is aldus de bevestigde effectieve startdatum.

Als antwoord hierop heeft de Ombudsdienst de leverancier erop gewezen dat het Consumentenakkoord hieromtrent het volgende bepaalt:

De nieuwe leverancier waakt erover dat de overschakeling correct verloopt en de nieuwe leveringsovereenkomst pas ingaat op de datum die werd overeengekomen met de consument en na het verstrijken van de opzeggingstermijn van één maand.

Een datum die door de leverancier eenzijdig beslist wordt, is geen overeengekomen datum.

De Ombudsdienst heeft vervolgens de opmerking overgemaakt dat het een goed recht is van de leverancier om mystery switches (onterechte overnames) te vermijden, maar dat dit niet kan resulteren in enig nadeel voor de consument.

Het standpunt van de leverancier zou inhouden dat de leverancier zichzelf het recht toe-eigent om op eender welke datum de wissel uit te voeren.

Op basis van deze argumenten was de leverancier uiteindelijk bereid om alsnog een creditnota op te maken om het verschil te compenseren. Het dossier werd dus afgesloten met een positief resultaat.